Zomertype: kenmerken en kleuradvies

Het dragen van de juiste kleur zorgt ervoor dat je gaat stralen. Het tegenovergestelde is ook waar; het dragen van kleuren die minder aansluiten bij je teint en oogkleur kunnen je onterecht hard, vermoeid of streng over laten komen of juist anoniem en kleurloos. Daarom is een kleuranalyse een onderdeel van het transformatietraject. Je krijgt inzicht in welke kleuren je krachtig laten overkomen en welke kleuren dit effect in mindere mate op je hebben.
De vier seizoentypes
Om te bepalen welke kleuren jou het beste uit laten komen maak ik gebruik van de vier seizoentypes: lente, zomer, herfst en winter. Bij de zomer- en wintertypes is de ondertoon van de huid koel, oftewel blauw. Bij de herfst- en lentetypes is de ondertoon van de huid warm, oftewel geel. Ook kijken we naar hoe contrastrijk je gezicht is als het gaat om de kleur van je wenkbrauwen en ogen.

Koel of warm type

Met behulp van gouden en zilveren analysedoeken bepalen we of je een warm of koel kleurtype bent. Deze doeken plaatsen we onder je gezicht om vervolgens samen in de spiegel te kijken naar het effect van de analysedoeken:
- Maakt je gezicht een opwaartse of neerwaartse beweging? Is het een opwaartse beweging, dan is het jouw kleur. Is het een neerwaartse beweging, dan is het niet jouw kleur. Hierbij kijken we onder andere naar de lijnen bij je ogen en je mondhoeken.
- Bij welke kleur komt je huid mooi uit? Als het jouw kleur is is het meer egaal en zie je minder oneffenheden
- Bij welke kleur springen je ogen er écht uit? Bij de juiste kleur zullen ke oge extra stralen!
Kenmerken van een zomertype

Huid: De huid heeft een blauwe ondertoon: zacht, rozig, rozebeige. Sommige zomertypen zijn blond en bleek. Zomertypen hebben vaker sproetjes dan bijvoorbeeld wintertypen.
Haar: De haren van een zomertype zijn als kind vaak erg blond. De kleur varieert van witblond tot goudblond, asblond, lichtblond en donkerblond. Het grijzingsproces van het zomertype gaat geleidelijk. Van peper en zoutkleur naar grijs en dan naar wit.
Ogen: Een zomertype heeft vaak blauwe, groene of grijze ogen. In sommige gevallen ook lichtbruin of hazelnootachtig. Zelden zie je een zomertype met bruine ogen.

Bekende zomertypen




Kleuradvies zomertype


- Koele, gedempte en lichte kleuren staan het mooist bij een zomertype. Dit zijn onder andere: blauwtinten, framboos, paarstinten, lichte pasteltinten en poederige kleuren.
- Zomertypen met blond haar moeten oppassen met de donkerste kleuren zoals donkerblauw, -groen en -rood. Ook bordeaux kan hard zijn bij het gezicht.
- Wit: kies liever voor wolwit dan voor zuiver wit. Het is wat zachter.
- Grijs: een zomertype kan alle soorten grijs dragen. Geelgrijs is echter wel het moeilijkst te combineren met je huid.
- Zomertypen met een vaalbeige huid zien er beter uit als ze koele kleuren dragen.
- Hele felle kleuren en warme kleuren (dit zijn kleuren met een gele ondertoon)staan het zomertype minder mooi.
- Warme kleuren -dit zijn kleuren met een gele ondertoon- laten een zomertype minder krachtig overkomen. Dit zijn kleuren zoals geel, oranje, zalmrose, groen, geelbeige en tomatenrood.
De ‘regels’ hierboven zijn richtlijnen en zeker geen wetten. Ze betekent dan bijvoorbeeld ook niet dat je als zomertype nooit meer oranje of geel mag dragen. Een kleuranalyse geeft inzicht in wat kleuren precies met je doen. Sommige kleuren passen beter bij je huid- en haarkleur dan andere kleuren. Er zit ook verschil in waar de kleur begint. Draag je een coltrui dan bevindt de kleur zich direct onder het gezicht en kan de kleur sneller een krachtiger of juist minder krachtig effect geven. Draag je een wat lagere halslijn dan is er wat meer ruimte tussen het gezicht en de kleur en zal het effect minder hard zijn dan bij een coltrui. Een kleur is ook altijd op te halen door bijvoorbeeld een ketting of sjaal in de ‘juiste’ kleur te dragen.
Wil jij ook krachtig overkomen?
Je kunt dan al je vragen stellen en weet meteen of ik je verder kan helpen.